Goede oppoortjes geven een lekker gevoel....
Zeker als je zo vaart als Daniele Molmenti tijden het EK in 2012 in Augsburg: sportscene.tv fragment

Een oppoortje, of eigenlijk een stroom-oppoortje wordt, zoals de naam al zegt tegen de stroom in gevaren. De stroom die hier bedoeld wordt is echter de hoofdstroom. Vaak hangen oppoortjes in de keerstroom zodat er niet daadwerkelijk tegen een harde stroom ingepeddeld hoeft te worden.

De kracht van een goed oppoortje ligt in een goede basisroute, die zowel voor keerwaters van wildwatervaarders als voor oppoortjes van slalomvaarders geldt. oppoortje

Voor een wildwatervaarder geldt:

  • Vaar naar het keerwater toe.
  • Maak een booglag als je het keerwater in gaat varen.
  • Maak een duffecslag in het keerwater.
  • Trek de duffecslag aan in het keerwater.
  • Maak een booglag om weer de stroming in te gaan.
  • In de hoofdstroom zet je weer een duffec in.

Het enige wat er tijdens een slalom verandert is dat je tijdens het aantrekken van de duffecslag (punt 4) het oppoortje passeert. Houdt daarom als stelregel aan dat je je duffecslag bij de binnenste paal van het poortje in zet.

Voor de verder gevorderden zijn er allerlei andere manieren om oppoortjes te varen. Vaak mondt dit uit in een minder vloeiende route en mogelijk in strafseconden, zodat de tijdwinst over een hele wedstrijd bekeken vaak gering is. Hiermee zeg ik niet dat de andere manieren fout zijn, maar vragen een hoop oefening en je moet wel weten wat je doet!

Veel gemaakte fouten zijn:

  • Te recht aan komen varen de boogslag kan niet gemaakt worden en de duffecslag mist hierdoor zijn effect.
  • Boogslag te vroeg. De boogslag kan niet volledig gemaakt worden omdat je anders het poortje zou raken.
  • Te veel achterover zitten, waardoor de voorpunt omhoog komt. Gevolg: keerwater grijpt niet goed dus de boot draait niet en de buitenste paal wordt geraakt.
  • Te veel om de binnenste paal draaien. Je maakt het jezelf erg moeilijk. In het midden van het poortje heb je geen last van de palen en de keerstroom zal je boot beter "laten lopen".

Gevorderde technieken

Er zijn tal van gevorderde technieken voor oppoortjes. Onder invloed van de korter geworden boten die een stuk makkelijker draaien, kan rechter op de poortjes af gevaren worden en zijn poortjes die min of meer met één duffecslag gevaren worden, mogelijk geworden. Ook hangen de paaltjes steeds hoger waardoor ook het "nekken" steeds makkelijker is geworden. Bij het nekken blijft de boot als het ware voor de poortlijn, je duwt je achterdek onder de binnenste paal door, waarbij je je je lichaam achterover gooit en je hooft nog net door het poortje gaat. Met twee zaken moet je rekening houden. De winst ligt in een perfecte uitvoering. Zorg ten eerste dat je boot dus zijn draaimoment behoudt. Ten tweede is en blijft kanoslalom een jurysport. Een jurylid kan er een zeer persoonlijke interpretatie op na houden. Discussieren achteraf is altijd lastig, hoe zeker jezelf wellicht ook bent.